...Ieder volk heeft zijn rechtschapen man, de onze is 'Oebaydah ibn Al-Djarraah...
Zijn verschijning was
indrukwekkend. Hij was lang en mager. Zijn gezicht was stralend en hij had een
dun baardje. Het was aangenaam om naar hem te kijken en verfrissend om hem te
ontmoeten. Hij was zeer hoffelijk, bescheiden en nogal verlegen. Echter in
kritische momenten werd hij bloed serieus en alert; te vergelijken met een
snijdende zwaard in zijn hevigheid en scherpte.
Hij werd beschreven als de
‘Amin’ oftewel de trouwe verzorger van Mohammed’s gemeenschap. Zijn
volledige naam was 'Aamier Ibn 'Abdoellah Ibn Al-Djarraah'. Hij was beter bekend
als Aboe 'Oebaydah. Over hem zei 'Abdoellah Ibn 'Oemar, een van de metgezellen
van de Profeet : "Drie
personen uit de stam van Qoeraysh waren de meest beleefde. Als ze je toespraken,
stelden ze je nooit teleur en als jij ze sprak, zouden ze je nooit verloochenen.
Dat waren: Aboe Bakr as-Siddiq, 'Oethmaan ibn 'Affaan en Aboe 'Oebaydah Ibn
Al-Djarrah'."
Aboe 'Oebaydah was een van de eersten die de Islam betraden. Hij werd één dag
na Aboe Bakr moslim. In feite was het Aboe Bakr degene die hem,
Abdoer-Rahmaan Ibn 'Awf, 'Oethmaan Ibn Maz’oen en Al-Arqam naar de Profeet
mee nam en samen gaven ze zich over aan de Waarheid. Zij waren dus de eerste
pilaren waarop de Islam zijn natie bouwde. En wat waren die pilaren sterk!
Aboe 'Oebaydah leefde in barre
omstandigheden, die de vroege moslims meemaakten in Mekka van begin tot eind.
Hij doorstond de lange martelingen, beledigingen en geweld. Maar hij bleef
standvastig en heldhaftig door alles heen. Zijn geloof werd er alleen maar
sterker op en zijn missie zette hij gewoon door. Maar de meest pijnlijke en
moeilijke ervaring die hij meemaakte was tijdens de slag bij Badr.
Aboe 'Oebaydah vocht in de voorhoede van het moslimse leger, vechtend met man en macht als iemand die de dood verwelkomde. De cavalerie van Qoeraysh was zeer op haar hoede van hem en wilde hem koste wat het kost niet voor zijn gezicht komen te staan. Echter was er één man die juist Aboe 'Oebaydah constant achtervolgde en met hem wilde duelleren, maar Aboe 'Oebaydah ontweek hem en vermeed elke ontmoeting met die man.
De man dook toch in de aanval. Aboe 'Oebaydah probeerde hem hopeloos te ontwijken. Uiteindelijk is het die man toch gelukt om Aboe 'Oebaydah’s weg te blokkeren en nu stonden ze recht tegenover elkaar. Aboe 'Oebaydah kon zichzelf niet mee weerhouden en haalde flink uit met zijn zwaard op het hoofd van de mand die meteen op de grond viel en opslag dood was.
Probeer maar niet te raden wie die man was. Het was, zoals eerder verteld, de
meest pijnlijke ervaring die Aboe 'Oebaydah meemaakte. Het is onmogelijke om je
in te beelden hoe gruwelijk die ervaring is. De man was in feite Abdoellah ibn
Al-Djarraah, inderdaad de vader van Aboe 'Oebaydah!!!
Aboe 'Oebaydah wilde zijn vader blijkbaar niet doden, maar in feite was het een gevecht tussen Monotheïsme en Polytheïsme. De open keuze voor hem was erg verontrustend maar duidelijk. Dus eigenlijk kun je zeggen dat hij niet alleen zijn vader heeft gedood maar het polytheïsme in de persoon van zijn vader.
Het is betreffende deze gebeurtenis dat Allah(swt) de volgende verzen in de Koran heeft geopenbaard:
22. Gij zult geen mensen vinden die in Allah en de
Laatste Dag geloven, terwijl zij iemand liefhebben die Allah en Zijn
boodschapper tegenwerkt, zelfs al waren dezen hun vader of hun kinderen, of hun
broeders, of hun verwanten. Dezen zijn degenen, in wier hart Allah geloof heeft
ingezet en die Hij gesterkt heeft met Zijn Geest. En Hij zal hen toelaten in
tuinen waardoor rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven. Allah heeft
welbehagen in hen en zij hebben welbehagen in Hem. Zij behoren tot Allah's
partij. Voorwaar, Allah's partij zal zegevieren. [Surah Al-Hadid].
Het is overgeleverd van Mohammed ibn Dja’far, een vrome metgezel van de Profeet, dat een
Christenlijke delegatie naar de Profeet
kwamen en zeiden:" O Abul-Qasim(bijnaam
van hem , stuur een van uw metgezellen met ons mee,
die u goed vertrouwd, om te oordelen over een eigendom kwestie die tussen ons
gaande is. We hebben nogal een groot gezag voor jullie islamitische
gerechtigheid." "Kom vanavond terug naar mij en ik zal u iemand
meesturen die sterk en vertrouwenswaardig is." antwoordde de Profeet
.
Omar ibn Al-Khattab hoorde de Profeet
en zei: "Ik ging vroeg naar het Doehr gebed hopend
dat de Profeet mij zou kiezen als de man met de
eigenschappen die hij noemde. Toen de Profeet
klaar was met het gebed, begonnen zijn ogen te zoeken in de menigte en ik stak mijn
hoofd om hoog zodat zijn ogen op mij vielen maar hij keek langs mij heen en zijn
ogen vielen op Aboe 'Oebaydah. Hij riep hem en zei: ”Ga met ze! En spreek
rechtvaardigheid tussen hen over de waarheid waarin ze twisten!” En zo kreeg
Aboe 'Oebaydah de opdracht toegekend.”
Aboe 'Oebaydah was niet alleen vertrouwenswaardig, hij toonde ook een ongekende
kracht om zijn vertrouwen waar te maken. Deze kracht werd getoond in
verschillende gelegenheden en voorvallen.
Eén van die
voorvallen was op de dag van de slag bij Oeh'oed, toen de moslims begonnen te
verliezen en één van de ketters begon te roepen, “Waar is Mohammed, waar is
Mohammed?” Aboe 'Oebaydah was één van een groep van tien moslims die een
kring hadden gevormd om de Profeet , om hem van
speren te beschermen.
Toen het gevecht afliep, bleek dat een van de Profeet’s maaltanden gebroken
was, zijn voorhoofd werd ingeslagen en twee schijven van zijn helm doordrongen
zijn wangen. Aboe Bakr ging naar voren om die
schijven uit zijn wangen te trekken, maar Aboe 'Oebaydah zei, “O laat dat
a.u.b aan mij over.” Aboe 'Oebaydah was bang de Profeet
pijn te doen als
hij die schijven met zijn handen eruit trok. Hij beet hard op een van die
schijven. Het kwam eruit, maar daarbij verloor hij één van zijn snijtanden.
Met zijn andere snijtand trok hij het andere schijf en daarbij verloor hij zijn
andere snijtand. Aboe Bakr merkte op: “Aboe
'Oebaydah is de beste man in het breken van snijtanden!”
Aboe 'Oebaydah ging door met zijn volledige betrokkenheid bij alle
noemenswaardige gebeurtenissen in de tijdperk van de Profeet .
Na het overlijden van de edele Profeet , verzamelden
de metgezellen zich bij Saqiefah om een khaliefa (opvolger) voor de Profeet
te kiezen. De dag werd bekend in de
geschiedenis als de Dag van Saqiefah. Op die gedenkwaardige dag zei Omar tegen Aboe 'Oebaydah:
“Strek je arm vooruit en ik
zal je trouwheid bezweren, opdat ik de Profeet
heb
horen zeggen: "Elke natie heeft haar Amin (trouwe verzorger) en jij (Aboe 'Oebaydah)
bent de Amin van deze natie."
“Ik kan dat niet accepteren,” verklaarde Aboe 'Oebaydah, “om mezelf naar
voren te brengen in de aanwezigheid van een man, die de profeet
als imam (voorbidder) heeft gekozen en die ons leidde tot de dood
van de profeet(vrede en zegen zij met hem).” Toen gaf hij de eed van trouwheid
aan Aboe Bakr. Hij ging door met het
adviseren en bijstaan van de khliefa, Aboe Bakr omwille van de waarheid en rechtvaardigheid. Toen kwam de tijdperk van de
kalifaat van 'Oemar. Ook 'Oemar kon op zijn trouwheid en gehoorzaamheid rekenen in elke
zaak behalve één.
Het incident deed zich voor toen Aboe 'Oebaydah in Syrië het leger van de
moslims aan het leiden was, de ene zege na de andere. Tot heel Syrië onder handen viel van
de moslims. De rivier de Eufraat lag aan zijn rechter kant aan Kleine Azië aan
zijn linker kant.
Toentertijd brak de pest uit in Syrië, in een vorm dat men nooit eerder
meemaakte. Het vernielde de populatie. 'Oemar zond een boodschapper naar Aboe 'Oebaydah met een brief, waarin hij zei:
“Ik
heb je dringend nodig!! Als mijn brief jou ’s nachts bereikt dan verzoek ik je
voor dageraad te vertrekken en als mijn brief jou ’s middags bereikt dan
verzoek ik je voor de avond te vertrekken en haast je naar me!”
Toen de brief bij Aboe 'Oebaydah aankwam, zei hij: “Ik weet waarom Amir
Al-Moeminien mij nodig heeft. Hij wil het leven sparen van iemand als ik die hoe
dan ook sterfelijk is.” Dus schreef hij terug: “Ik weet dat jij mij
nodig hebt. Maar ik ben in een leger van moslims en ik heb geen verlangen om
mezelf te redden van hetgeen dat hun getroffen heeft. Ik wil me niet van ze
afscheiden totdat Allah dat wil. Dus wanneer deze brief jou bereikt, verlos mij
dan van jouw bevel en sta mij toe om te blijven.”
Toen het bericht bij 'Oemar aankwam werden
zijn ogen gevuld met tranen en degenen om hem heen vroegen hem: “Is Aboe 'Oebaydah
overleden, O Amir Al-Moeminien?”
“Neen,” zei 'Oemar “Maar de dood nadert
hem.”
Omar’s intuïtie was niet misplaatst. Niet lang daarna, werd Aboe 'Oebaydah besmet met de pest. Terwijl de dood boven hem hing, sprak hij zijn historische woorden tegen zijn leger:
“Laat me jullie wat adviezen geven die de oorzaak zullen zijn voor jullie om op het Rechte Pad voor eeuwig te blijven: “ Houd je aan het gebed. Vast de maand Ramadan. Geef aalmoezen. Verricht de verplichte en vrijwillige bedevaart (Hadj en Omrah). Bleef verenigd en steun elkander. Wees trouw aan je gezaghebbende en verberg niets van ze. Laat de wereld jullie niet vernietigen voorwaar een man die duizend jaar leeft uiteindelijk ook mijn lot zal treffen die jullie nu getuigen.Moge Allah zijn vrede en genadigheid op jullie laten rusten.”
Aboe 'Oebaydah draaide toen om naar Moeadh Ibn Djabal en zei:
“O Moeadh, leid
deze mensen bij het gebed.” Op dat moment verliet zijn pure ziel zijn lichaam.
Moeadh stond op en zei: “O mensen, jullie zijn getroffen met de dood van een man. Bij Allah, ik heb niemand gekend die een rechtvaardigere hart dan hem had, dat ver was van al het kwade en dat meer oprecht was voor mensen dan zijn hart. Vraag Allah om Zijn genade over hem te laten gieten en Allah zal genadig zijn met jullie.”